Op maandagmiddag 10 oktober werd het tweede Onderwijsfestival voor de medewerkers van het voortgezet onderwijs gehouden. De middag stond in het teken om de vertaalslag te maken vanuit het nieuwe strategische beleid van SCOPE scholengroep door een brug te slaan naar de praktijk op de Groene Hart scholen.
Van beleid naar praktijk
Vorig jaar september is tijdens het SCOPE Wereldcafé met mensen uit alle geledingen van de organisatie een start gemaakt met het nieuwe strategische beleid van SCOPE. Dit heeft uiteindelijk geresulteerd in een mooi document, getiteld ProfiLeren doe je samen. Leidend daarin zijn zes rode draden. De vier de vestigingen van CSG Groene Hart en de Groene Hart Praktijkschool gingen hiermee onafhankelijk aan de slag in verschillende groepen. Elke groep heeft gewerkt aan de hand van vragen die gesteld werden bij een rode draad: wat deze voor een ieder betekenen op school, voor het werk op school, voor de leerlingen en in de les.
De output van deze middag zal dienen als bouwstenen voor de nieuw te schrijven schoolplannen van de Groene Hart scholen en als uitgangspunt voor de werving van nieuwe leerlingen. De lijn die SCOPE heeft ingezet door iedereen bij het proces naar nieuw beleid te betrekken, werd hiermee voortgezet door de Groene Hart scholen.
Eigenaar van het beleid
De middag startte na een korte opening met een lezing van Steven Pont. Hij is (voormalig) onderwijzer, ontwikkelingspsycholoog, systeemtherapeut, mediator en auteur van verschillende boeken over psychologie en pedagogiek. Tijdens zijn lezing combineerde hij steeds de meer op het individu gerichte blik van de ontwikkelingspsychologie met de meer op de sociale context van de systeemtheorie gerichte blik. De boodschap van Steven was om samen invulling te geven aan hoe je je school profileert naar buiten toe. De tip die hij meegaf aan het personeel was om tijdens de gesprekken vooral de relatie met de ander niet uit het oog te verliezen en het ook te bekijken vanuit de positie van de ander.
De organisatie blikt tevreden terug. De sfeer tijdens de gesprekken was goed. Er was geen gespreksleider; iedereen was verantwoordelijk voor eigen inbreng. Ook was de groepsdynamiek evenwichtig. Er werd naar elkaar geluisterd en er was respect voor elkaar. En er was een hoge mate van betrokkenheid. Het doel is wat hen betreft bereikt dat iedereen, door de vertaalslag te maken naar de praktijk, ook eigenaar geworden is van het beleid.